Cultuurcoach Renske van den Broek

Renske is theaterdocent in het primair en voortgezet onderwijs. Sinds mei 2021 werkt ze als cultuurcoach creatief schrijven.
Renske van den Broek

Renske studeerde in 1999 af als theaterdocent en regisseur. Twintig jaar later haalde ze haar diploma aan de SchrIJversvakschool Amsterdam. Tegenwoordig combineert ze het schrIJven met het theatermaken.

Voor de SKVR werkte ze eerder als theaterdocent in het primair en voortgezet onderwijs. Daarnaast maakte en speelde ze jarenlang interactieve theatervoorstellingen voor kleuters. Sinds mei 2021 werkt ze als cultuurcoach schrijven op OBS De Barkentijn in Beverwaard.

Na meer dan twintig jaar leservaring in het theater was dit mijn vuurdoop als schrijfdocent. Veel kinderen op ‘mijn’ school hebben het etiketje ‘taalachterstand’. Taal is moeilijk, schrijven gedoe. Zie dan als docent de liefde voor woorden en zinnen maar eens aan te wakkeren.

Door mijn jarenlange ervaring als theaterdocent weet ik heel goed hoe ik een groep in beweging moet krijgen, hoe ik kinderen kan uitdagen hun grenzen te verleggen en iets van zichzelf te laten zien op het toneel. Maar lesgeven in een klaslokaal was nieuw voor me. Opgetogen en lichtelijk nerveus begon ik met mijn lessen. Het was alsof ik met mijn handen op mijn rug probeerde een ingewikkeld gerecht te bereiden. Waar ik theaterlessen inmiddels uit mijn mouw schud, was ik nu wekelijks urenlang intensief bezig met mijn voorbereiding.

Hoe creëer ik een logische opbouw in een schrijfles? Hoe sluit ik aan bij de belevingswereld en het niveau van de kinderen? Wat ís hun niveau überhaupt? Regelmatig sloeg ik de plank mis. Hoe breng ik dynamiek aan in een les waarin kinderen achter een bureau zitten? Die tafeltjes ervoer ik onmiddellijk als een beperking, als een 0 - 1 achterstand.

Dus liet ik hen de tafels aan de kant schuiven en woorden schrijven met hun lichaam, improviseren met taal, hun geschreven verhalen voorlezen door een microfoon of spelen met muziek eronder. Ik probeerde hen te laten ervaren dat een verhaal dat uit hun fantasie voortkomt, kan gaan leven.

Aanvankelijk voelde het als iets stiekems. Een schrijfdocent hoort schrijfopdrachten te geven, punt. Inmiddels ben ik ervan overtuigd dat dit voor mij het beste werkt. Ik ben nu eenmaal niet alleen maar ‘schrijfjuf’. Ik ben Renske, theatermaker, verhalenverteller en schrijver.

Zo is er Mohammed uit groep zeven, een stralend kind met pretogen, een onweerstaanbare glimlach en een bijzonder gevoel voor theater. ‘Juf, kunnen we alstublieft vandaag een theateropstelling doen?!’ roept hij steevast zodra ik de klas binnenkom. Als blijkt dat in plaats daarvan de schriftjes opengaan, baalt hij zichtbaar. Met schrijven heeft hij niets, maar zodra er gespeeld of gerapt mag worden, steekt hij de klas aan met zijn enthousiasme.

Ik denk dat het belangrijk is om te proberen de kinderen niets op te leggen, maar iets aan te wakkeren in henzelf: een intrinsieke motivatie om te creëren.

Ga ik zorgen dat Mohammed verhalen mag vertellen op zijn eigen manier of ga ik hem een schrijfles door de strot douwen? Ik weet wel dat ik voor het eerste kies. En natuurlijk probeer ik hem via die route gemotiveerd te krijgen om te gaan schrijven. Dat is een uitdagende en soms ingewikkelde zoektocht. Maar alles begint met liefde voor het verhaal, of we dat nu schrijven, vertellen of spelen. En Mohammed is een geboren verhalenverteller, ik zou gek zijn om daar geen gebruik van te maken.